OfficeGrip_logo

Hoe wijzig, zoek of wis je opties in het dialoogvenster voor voorwaardelijke opmaak in Excel

Met behulp van voorwaardelijke opmaak kunt u gegevens visueel verkennen en analyseren, kritieke problemen opsporen en patronen en trends identificeren. 

Alle cellen opmaken met een 2-kleurenschaal

Kleurenschalen zijn visuele hulpmiddelen die de verdeling en variatie van gegevens inzichtelijk maken. Een 2-kleurenschaal helpt bij het vergelijken van een cellenbereik door een gradatie van twee kleuren te gebruiken. De tint van de kleur geeft hogere of lagere waarden aan. U kunt bijvoorbeeld in een groen-gele kleurenschaal (zoals hieronder) opgeven dat hogere waarden een groenere kleur en lagere waarden een gelere kleur krijgen.

Alle cellen opmaken met een 2-kleurenschaal

TIP : Als een cel in het bereik een formule bevat die een fout retourneert, wordt de voorwaardelijke opmaak niet toegepast op die cel. Als u ervoor wilt zorgen dat de voorwaardelijke opmaak op die cel wordt toegepast, gebruikt u de functie IS ofALS.FOUT om een andere waarde (zoals 0 of N/B) dan een foutwaarde te retourneren.

Snelle opmaak

  1. Selecteer een of meer cellen in een bereik, tabel of draaitabelrapport.
  2. Klik op het tabblad Start in de groep Stijlen op de pijl naast Voorwaardelijke opmaak en klik vervolgens opKleurenschalen.

    Voorwaardelijke opmaak

  3. Selecteer een 2-kleurenschaal.

    TIP : Plaats de muisaanwijzer op de pictogrammen voor kleurenschalen zodat u kunt zien welk pictogram de 2-kleurenschaal is. De bovenste kleur geeft hogere waarden aan en de onderste kleur geeft lagere waarden aan.

TIP : U kunt de manier voor het instellen van een bereik voor velden in het waardegebied van een draaitabelrapport wijzigen met de knop Opmaakopties naast een draaitabelveld waarop voorwaardelijke opmaak is toegepast.

Geavanceerde opmaak

  1. Selecteer een of meer cellen in een bereik, tabel of draaitabelrapport.
  2. Klik op het tabblad Start in de groep Stijlen op de pijl naast Voorwaardelijke opmaak en klik vervolgens op Regels beheren. Het dialoogvenster Regels voor voorwaardelijke opmaak beheren wordt weergegeven.
  3. Ga op een van de volgende manieren te werk:
    • Als u voorwaardelijke opmaak wilt toevoegen, klikt u op Nieuwe regel. Het dialoogvenster Nieuwe opmaakregelwordt geopend.
    • Als u een voorwaardelijke opmaak wilt wijzigen, doet u het volgende:
      1. Controleer of het juiste werkblad, de juiste tabel of het juiste draaitabelrapport is geselecteerd in de keuzelijstOpmaakregels weergeven voor.
      2. Wijzig desgewenst het celbereik door te klikken op Dialoogvenster samenvouwen Knopafbeelding.
      3. Selecteer de regel en klik op Regel bewerken. Het dialoogvenster Opmaakregel bewerkenwordt geopend.
  4. U kunt desgewenst het bereik voor velden in het waardengebied van het draaitabelrapport wijzigen onder Regel toepassen op.
    • Selectie: Klik op Geselecteerde cellen.
    • Alle cellen voor een waardelabel, behalve subtotalen en totaal: Klik op Alle cellen die <waardelabel> waarden weergeven voor <rijlabel>.
    • Alle cellen voor een waardelabel: Klik op Alle cellen met <waardelabel> waarden.
  5. Klik onder Selecteer een type regel op Alle cellen opmaken op basis van de waarden (standaard).
  6. Selecteer 2-kleurenschaal in de keuzelijst Opmaakstijl onder Bewerk de regelbeschrijving.
  7. Als u een type in het vak Type voor Minimum en Maximum (standaard) wilt uitvoeren, voert u een van de volgende handelingen uit:
    • De laagste en hoogste waarden opmaken:    Selecteer Laagste waarde en Hoogste waarde.

      In dit geval voert u geen waarde in voor Minimum en Maximum.

    • Een getal-, datum- of tijdwaarde opmaken:    Selecteer Getal en voer een waarde in voor Minimum en Maximum.
    • Een percentage opmaken:    Voer een waarde in voor Minimum en Maximum.

      Geldige waarden liggen tussen 0 (nul) en 100. Voer geen procentteken in.

      Gebruik een percentage wanneer u alle waarden proportioneel wilt weergeven omdat de distributie van de waarden proportioneel is.

    • Een percentiel opmaken     Selecteer Percentiel en voer een waarde in voor Minimum en Maximum. Geldige waarden liggen tussen 0 (nul) en 100.

      Gebruik een percentiel als u een groep met hoge waarden (zoals waarden boven het 20e percentiel) in een bepaalde kleur wilt weergeven en lage waarden (zoals waarden onder het 20e percentiel) in een andere kleur omdat dit extreme waarden zijn de weergave van uw gegevens kunnen vertekenen.

    • De uitkomst van een formule opmaken:    Selecteer Formule en voer waarden in voor Minimum en Maximum.
      • De formule moet een getal, datum of tijd retourneren.
      • Begin de formule met het gelijkteken (=).
      • Bij ongeldige formules wordt geen opmaak toegepast.
      • Test de formule om er zeker van te zijn dat de formule geen foutwaarde oplevert.

        Opmerkingen

        • Controleer of de waarde bij Minimum kleiner is dan de waarde bij Maximum.
        • U kunt voor Minimum een ander type kiezen dan voor Maximum. U kunt bijvoorbeeld een getal kiezen voorMinimum en een percentage voor Maximum.
  8. Als u een Minimum en Maximum kleurenschaal wilt kiezen, klikt u voor elke optie op Kleur en selecteert u vervolgens een kleur.

    Als u nog andere kleuren wilt kiezen of een aangepaste kleur wilt maken, klikt u op Meer kleuren. De kleurenschaal die u selecteert, wordt weergegeven in het vak Voorbeeld.

 

Alle cellen opmaken met een 3-kleurenschaal

Kleurenschalen zijn visuele hulpmiddelen die gebruikers helpen de verdeling en variatie van gegevens beter te begrijpen. Een 3-kleurenschaal helpt bij het vergelijken van een cellenbereik door een gradatie van drie kleuren te gebruiken. De tint van de kleur stelt hogere waarden, middenwaarden of lagere waarden voor. In een groene, gele en rode kleurenschaal bijvoorbeeld, kunt u opgeven dat hogere waarden een groene kleur krijgen, middenwaarden een gele kleur krijgen en lagere waarden een rode kleur krijgen.

TIP : Als een cel in het bereik een formule bevat die een fout retourneert, wordt de voorwaardelijke opmaak niet toegepast op die cel. Als u ervoor wilt zorgen dat de voorwaardelijke opmaak op die cel wordt toegepast, gebruikt u de functie IS ofALS.FOUT om een waarde die u opgeeft (zoals 0 of N/B) te retourneren in plaats van een foutwaarde.

Snelle opmaak

  1. Selecteer een of meer cellen in een bereik, tabel of draaitabelrapport.
  2. Klik op het tabblad Start in de groep Stijlen op de pijl naast Voorwaardelijke opmaak en klik vervolgens opKleurenschalen.

    Voorwaardelijke opmaak

  3. Selecteer een 3-kleurenschaal. De bovenste kleur geeft hogere waarden, de middelste kleur de middenwaarden en de onderste kleur de lagere waarden aan.

    TIP : Plaats de muisaanwijzer op de pictogrammen voor kleurenschalen zodat u kunt zien welk pictogram de 3-kleurenschaal is.

TIP : U kunt de methode voor het instellen van een bereik voor velden wijzigen in het waardegebied van een draaitabelrapport met de knop Opmaakopties naast een draaitabelveld waarop voorwaardelijke opmaak is toegepast.

Geavanceerde opmaak

  1. Selecteer een of meer cellen in een bereik, tabel of draaitabelrapport.
  2. Klik op het tabblad Start in de groep Stijlen op de pijl naast Voorwaardelijke opmaak en klik vervolgens op Regels beheren. Het dialoogvenster Regels voor voorwaardelijke opmaak beheren wordt weergegeven.
  3. Ga op een van de volgende manieren te werk:
    • Als u voorwaardelijke opmaak wilt toevoegen, klikt u op Nieuwe regel. Het dialoogvenster Nieuwe opmaakregelwordt geopend.
    • Als u een voorwaardelijke opmaak wilt wijzigen, doet u het volgende:
      1. Controleer of het juiste werkblad, de juiste tabel of het juiste draaitabelrapport is geselecteerd in de keuzelijstOpmaakregels weergeven voor.
      2. Wijzig desgewenst het celbereik door te klikken op Dialoogvenster samenvouwen Knopafbeelding.
      3. Selecteer de regel en klik op Regel bewerken. Het dialoogvenster Opmaakregel bewerkenwordt geopend.
  4. U kunt desgewenst het bereik voor velden in het waardengebied van het draaitabelrapport wijzigen onder Regel toepassen op.
    • Selectie:    Klik op Alleen deze cellen.
    • Overeenkomend veld:    Klik op Alle <waardeveld> cellen met dezelfde velden.
    • Waardeveld:    Klik op Alle <waardeveld> cellen met dezelfde velden.
  5. Klik onder Selecteer een type regel op Alle cellen opmaken op basis van de waarden.
  6. Selecteer 3-kleurenschaal in de keuzelijst Opmaakstijl onder Bewerk de regelbeschrijving.
  7. Selecteer een type voor Minimum, Middelpunt en Maximum. Voer een van de volgende handelingen uit:
    • De laagste en de hoogste waarden opmaken:    Selecteer een Middelpunt.

      In dit geval voert u geen waarde voor Laagste en Hoogste in.

    • Een getal, datum of tijd opmaken:    Selecteer Getal en voer een waarde in voor Minimum, Middelpunt enMaximum.
    • Een percentage opmaken:    Selecteer Percentage en voer een waarde in voor Minimum, Middelpunt en Maximum. Geldige waarden liggen tussen 0 (nul) en 100.

      Gebruik een percentage wanneer u alle waarden proportioneel wilt weergeven. Met een percentage zorgt u ervoor dat de distributie van de waarden proportioneel is.

    • Een percentiel opmaken:    Selecteer Percentiel en voer vervolgens een waarde in voor Minimum, Middelpunt enMaximum.

      Geldige waarden liggen tussen 0 (nul) en 100.

      Gebruik een percentiel als u een groep met hoge waarden (zoals waarden boven het 20e percentiel) in een bepaalde kleur wilt weergeven en lage waarden (zoals waarden onder het 20e percentiel) in een andere kleur omdat dit extreme waarden zijn de weergave van uw gegevens kunnen vertekenen.

    • Het resultaat van een formule opmaken:    Selecteer Formule en voer vervolgens een waarde in voor Minimum,Middelpunt en Maximum.

      De formule moet een getal, datum of tijd retourneren. Begin de formule met het gelijkteken (=). Bij ongeldige formules wordt geen opmaak toegepast. Test de formule om er zeker van te zijn dat de formule geen foutwaarde oplevert.

      Opmerkingen

      • U kunt de minimum-, middelpunt- en maximumwaarden voor het cellenbereik instellen. Controleer of de waarde voor Minimum kleiner is dan de waarde voor Middelpunt en dat deze weer kleiner is dan de waarde voorMaximum.
      • U kunt verschillende typen instellen voor Minimum, Middelpunten Maximum. U kunt bijvoorbeeld voor Minimumeen getal, voor Middelpunt een percentiel en voor Maximum een percentage kiezen.
      • In veel gevallen werkt een Middelpunt waarde van 50 procent het best, maar u kunt dit aanpassen om te voldoen aan specifieke vereisten.
  8. Als u een Minimum, Middelpunt en Maximum kleurenschaal wilt kiezen, klikt u voor elke optie op Kleur en selecteert u vervolgens een kleur.
    • Klik op Meer kleuren als u nog andere kleuren wilt kiezen of een aangepaste kleur wilt maken.
    • De kleurenschaal die u selecteert, wordt weergegeven in het vak Voorbeeld.

 


Download de ‘7 Meest Gebruikte Excel-functies’ infographic

Wilt u weten wat tijdbesparende manieren zijn om te werken in Excel?

Doe inspiratie op om nieuwe manieren uit te proberen om samen te werken, tijd te besparen en het proces van lezen en schrijven te verbeteren.

Alle cellen opmaken met gegevensbalken

Met een gegevensbalk kunt u de waarde van een cel ten opzichte van andere cellen inzichtelijk maken. De lengte van de gegevensbalk geeft de waarde in de cel aan. Hoe langer de balk, des te hoger de waarde en hoe korter de balk, des te lager de waarde. Gegevensbalken zijn handig voor het opzoeken van hogere en lagere waarden in grote hoeveelheden gegevens, zoals de best verkopende en slechtst verkopende speelgoedartikelen in een verkooprapport van de maand december.

In dit voorbeeld worden gegevensbalken gebruikt om opvallende positieve en negatieve waarden te markeren. U kunt gegevensbalken zo opmaken dat de gegevensbalk midden in de cel begint en voor negatieve waarden naar links loopt.

Gegevensbalken die positieve en negatieve waarden markeren

TIP : Als een cel in het bereik een formule bevat die een fout retourneert, wordt de voorwaardelijke opmaak niet toegepast op die cel. Als u ervoor wilt zorgen dat de voorwaardelijke opmaak op die cel wordt toegepast, gebruikt u de functie IS ofALS.FOUT om een waarde (zoals 0 of N/B) te retourneren in plaats van een foutwaarde.

Snelle opmaak

  1. Selecteer een of meer cellen in een bereik, tabel of draaitabelrapport.
  2. Klik op het tabblad Start in de groep Stijlen op de pijl naast Voorwaardelijke opmaak, klik op Gegevensbalken en selecteer vervolgens een gegevensbalkpictogram.

    Voorwaardelijke opmaak

TIP : U kunt de methode voor het instellen van een bereik voor velden wijzigen in het waardengebied van een draaitabelrapport met het keuzerondje Opmaakregel toepassen op.

Geavanceerde opmaak

  1. Selecteer een of meer cellen in een bereik, tabel of draaitabelrapport.
  2. Klik op het tabblad Start in de groep Stijlen op de pijl naast Voorwaardelijke opmaak en klik vervolgens op Regels beheren. Het dialoogvenster Regels voor voorwaardelijke opmaak beheren wordt weergegeven.
  3. Ga op een van de volgende manieren te werk:
    • Als u voorwaardelijke opmaak wilt toevoegen, klikt u op Nieuwe regel. Het dialoogvenster Nieuwe opmaakregelwordt geopend.
    • Als u een voorwaardelijke opmaak wilt wijzigen, doet u het volgende:
      1. Controleer of het juiste werkblad, de juiste tabel of het juiste draaitabelrapport is geselecteerd in de keuzelijstOpmaakregels weergeven voor.
      2. Wijzig desgewenst het celbereik door te klikken op Dialoogvenster samenvouwen Knopafbeelding.
      3. Selecteer de regel en klik op Regel bewerken. Het dialoogvenster Opmaakregel bewerkenwordt geopend.
  4. U kunt desgewenst het bereik voor velden in het waardengebied van het draaitabelrapport wijzigen onder Regel toepassen op.
    • Selectie:    Klik op Alleen deze cellen.
    • Overeenkomend veld:    Klik op Alle <waardeveld> cellen met dezelfde velden.
    • Waardeveld:    Klik op Alle <waardeveld> cellen met dezelfde velden.
  5. Klik onder Selecteer een type regel op Alle cellen opmaken op basis van de waarden.
  6. Selecteer Gegevensbalk in de keuzelijst Opmaakstijl onder Bewerk de regelbeschrijving.
  7. Selecteer een type voor Minimum en Maximum. Voer een van de volgende handelingen uit:
    • De laagste en de hoogste waarden opmaken:    Selecteer Laagste waarde en Hoogste waarde.

      In dit geval selecteert u geen waarde voor Minimum en Maximum.

    • Een getal, datum of tijd opmaken:    Selecteer Getal en voer een waarde in voor Minimum en Maximum.
    • Een percentage opmaken:    Selecteer Percentage en voer een waarde in voor Minimum en Maximum.

      Geldige waarden liggen tussen 0 (nul) en 100. Voer geen procentteken (%) in.

      Gebruik een percentage wanneer u alle waarden proportioneel wilt weergeven. Met een percentage zorgt u ervoor dat de distributie van de waarden proportioneel is.

    • Een percentiel opmaken    Selecteer Percentiel en voer vervolgens een waarde in voor Minimum en Maximum.

      Geldige waarden liggen tussen 0 (nul) en 100.

      Gebruik een percentiel als u een groep met hoge waarden (zoals waarden boven het 20e percentiel) in de ene gegevensbalk wilt weergeven en lage waarden (zoals waarden onder het 20e percentiel) in een andere gegevensbalk omdat dit extreme waarden zijn die de weergave van uw gegevens kunnen vertekenen.

    • Het resultaat van een formule opmaken     Selecteer Formule en voer vervolgens een waarde in voor Minimum enMaximum.
      • De formule moet een getal, datum of tijd retourneren.
      • Begin de formule met het gelijkteken (=).
      • Bij ongeldige formules wordt geen opmaak toegepast.
      • Test de formule om er zeker van te zijn dat de formule geen foutwaarde oplevert.

        Opmerkingen

      • Controleer of de waarde bij Minimum kleiner is dan de waarde bij Maximum.
      • U kunt voor Minimum een ander type instellen dan voor Maximum. U kunt bijvoorbeeld een getal voor Minimumen een percentage voor Maximum instellen.
  8. Als u een kleurenschaal wilt kiezen voor Minimum en Maximum, klikt u op Kleur van balk.

    Als u nog andere kleuren wilt kiezen of een aangepaste kleur wilt maken, klikt u op Meer kleuren. De kleur van de balk die u selecteert, wordt weergegeven in het vak Voorbeeld.

  9. Als u alleen de gegevensbalk wilt weergeven en niet de waarde in de cel, selecteert u Alleen balk weergeven.
  10. Als u een ononderbroken rand aan gegevensbalken wilt toevoegen, selecteert u in de lijst Rand de optie Effen rand en kiest u een kleur voor de rand.
  11. U kunt kiezen tussen een effen balk en een balk met kleurgradaties. Kies daartoe in de keuzelijst Opvulling de optie Effen opvulling of Opvulling met kleurovergang.
  12. Als u balken voor negatieve waarden wilt opmaken, klikt u op Negatieve waarde en as en kiest u in het dialoogvensterInstellingen voor negatieve waarde en as de gewenste opties voor de opvulling en de randkleuren van een balk voor een negatieve waarde. U kunt instellingen selecteren voor de positie van de as en een kleur voor de as kiezen. Wanneer u de opties hebt geselecteerd, klikt u op OK.
  13. U kunt de richting van balken wijzigen door in de keuzelijst Richting van balk een instelling te kiezen. De richting is standaard ingesteld op Context, maar u kunt als richting ook de optie ‘van links naar rechts’ of ‘van rechts naar links’ kiezen, afhankelijk van de manier waarop u de gegevens wilt presenteren.

 

Alle cellen opmaken met een pictogrammenset

Met een pictogrammenset kunt u een notitie aan gegevens toevoegen of gegevens classificeren in drie tot vijf categorieën, gescheiden door een drempelwaarde. Elk pictogram stelt een waardebereik voor. In de pictogrammenset 3 pijlen bijvoorbeeld, geeft de groene pijl omhoog de hogere waarden, de gele horizontale pijl de middenwaarden en de rode pijl omlaag de lagere waarden aan.

In dit voorbeeld worden verschillende voorbeelden van pictogrammenset voor voorwaardelijke opmaak gebruikt.

Verschillende pictogrammensets voor dezelfde gegevens

U kunt ervoor kiezen om alleen pictogrammen weer te geven voor cellen die voldoen aan een voorwaarde. U kunt bijvoorbeeld een waarschuwingspictogram weergeven voor die cellen met een waarde die lager is dan de kritieke waarde, en geen pictogrammen weergeven voor cellen met waarden die boven de kritieke waarde komen. U kunt tijdens het instellen van voorwaarden een pictogram verbergen door in de vervolgkeuzelijst naast dat pictogram de optie Geen celpictogram te selecteren. U kunt ook uw eigen combinatie van pictogrammensets maken, bijvoorbeeld een groen ‘vinkje’, een geel ‘stoplicht’ en een rode ‘vlag’.

TIP : Als een cel in het bereik een formule bevat die een fout retourneert, wordt de voorwaardelijke opmaak niet toegepast op die cel. Als u ervoor wilt zorgen dat de voorwaardelijke opmaak op die cel wordt toegepast, gebruikt u de functie IS ofALS.FOUT om een waarde (zoals 0 of N/B) te retourneren in plaats van een foutwaarde.

Snelle opmaak

  1. Selecteer een of meer cellen in een bereik, tabel of draaitabelrapport.
  2. Klik op het tabblad Start in de groep Stijlen op de pijl naast Voorwaardelijke opmaak, klik op Pictogrammensets en selecteer vervolgens een pictogrammenset.

    Voorwaardelijke opmaak

TIP : U kunt de methode voor het instellen van een bereik voor velden wijzigen in het waardengebied van een draaitabelrapport met het keuzerondje Opmaakregel toepassen op.

Geavanceerde opmaak

  1. Selecteer een of meer cellen in een bereik, tabel of draaitabelrapport.
  2. Klik op het tabblad Start in de groep Stijlen op de pijl naast Voorwaardelijke opmaak en klik vervolgens op Regels beheren. Het dialoogvenster Regels voor voorwaardelijke opmaak beheren wordt weergegeven.
  3. Ga op een van de volgende manieren te werk:
    • Als u voorwaardelijke opmaak wilt toevoegen, klikt u op Nieuwe regel. Het dialoogvenster Nieuwe opmaakregelwordt geopend.
    • Als u een voorwaardelijke opmaak wilt wijzigen, doet u het volgende:
      1. Controleer of het juiste werkblad, de juiste tabel of het juiste draaitabelrapport is geselecteerd in de keuzelijstOpmaakregels weergeven voor.
      2. Wijzig desgewenst het celbereik door te klikken op Dialoogvenster samenvouwen Knopafbeelding.
      3. Selecteer de regel en klik op Regel bewerken. Het dialoogvenster Opmaakregel bewerkenwordt geopend.
  4. U kunt desgewenst het bereik voor velden in het waardengebied van het draaitabelrapport wijzigen onder Regel toepassen op.
    • Selectie:    Klik op Alleen deze cellen.
    • Overeenkomend veld:    Klik op Alle <waardeveld> cellen met dezelfde velden.
    • Waardeveld:    Klik op Alle <waardeveld> cellen met dezelfde velden.
  5. Klik onder Selecteer een type regel op Alle cellen opmaken op basis van de waarden.
  6. Selecteer Pictogrammenset in de keuzelijst Opmaakstijl onder Bewerk de regelbeschrijving.
    1. Selecteer een pictogrammenset. De standaardserie is 3 verkeerslichten (zonder rand). Het aantal pictogrammen en de standaardvergelijkingsoperatoren en drempelwaarden voor elk pictogram variëren per pictogrammenset.
    2. U kunt de vergelijkingsoperators en drempelwaarden aanpassen. Het standaardwaardebereik voor elk pictogram is van dezelfde grootte, maar dit kan worden aangepast aan uw specifieke vereisten. Controleer of de drempelwaarden een logische volgorde hebben van hoog naar laag en van boven naar beneden.
    3. Voer een van de volgende handelingen uit:
      • Een getal, datum of tijd opmaken:    Selecteer Getal.
      • Een percentage opmaken:    Selecteer Percentage.

        Geldige waarden liggen tussen 0 (nul) en 100. Voer geen procentteken (%) in.

        Gebruik een percentage wanneer u alle waarden proportioneel wilt weergeven. Met een percentage zorgt u ervoor dat de distributie van de waarden proportioneel is.

      • Een percentiel opmaken:    Selecteer Percentiel. Geldige waarden liggen tussen 0 (nul) en 100.

        Gebruik een percentiel als u een groep met hoge waarden (zoals waarden boven het 20e percentiel) met een bepaald pictogram wilt weergeven en lage waarden (zoals waarden onder het 20e percentiel) met een ander pictogram, omdat dit extreme waarden zijn die de weergave van uw gegevens kunnen vertekenen.

      • Het resultaat van een formule opmaken:    Selecteer Formule en typ vervolgens een formule in elk vak Waarde.
        • De formule moet een getal, datum of tijd retourneren.
        • Begin de formule met het gelijkteken (=).
        • Bij ongeldige formules wordt geen opmaak toegepast.
        • Test de formule om er zeker van te zijn dat de formule geen foutwaarde oplevert.
    4. Als u wilt dat het eerste pictogram lagere waarden vertegenwoordigt en het laatste pictogram hogere waarden, selecteert u Pictogramvolgorde omdraaien.
    5. Als u alleen het pictogram wilt weergeven en niet de waarde in de cel, selecteert u Alleen pictogram weergeven.

      NOTITIES :

      1. Mogelijk moet u de kolombreedte aanpassen om het pictogram te laten passen.
      2. Hoe groot het pictogram wordt weergegeven is afhankelijk van de tekengrootte die in de cel wordt gebruikt. Als er een groter lettertype wordt gebruikt, wordt er ook een groter pictogram gebruikt.

 

Alleen cellen opmaken die tekst, getallen, datums of tijden bevatten

U kunt bepaalde cellen binnen een cellenbereik gemakkelijker terugvinden als u deze opmaakt op basis van een vergelijkingsoperator. In een inventariswerkblad dat is gesorteerd op categorieën, kunt u de producten met minder dan 10 exemplaren in voorraad bijvoorbeeld markeren met geel. Of in een werkblad met verkopen per filiaal kunt u bijvoorbeeld alle filialen zoeken met een winstgroei van meer dan 10%, een omzet van minder dan € 100.000 en een regio die gelijk is aan ‘Zuid-Oost’.

De hier weergegeven voorbeelden gebruiken voorbeelden van ingebouwde criteria voor voorwaardelijke opmaak, zoals Groter dan en Bovenste %. Hierbij krijgen steden met meer dan 2.000.000 inwoners een groene achtergrond worden de bovenste 30% van de gemiddelde hoogste temperatuur oranje weergegeven.

Opmaak voor steden met meer dan 2 miljoen inwoners en de bovenste 30% van hoogste temperatuur

OPMERKING : U kunt velden in het waardengebied van een draaitabelrapport niet voorwaardelijk opmaken op basis van tekst of datum, alleen op basis van getal.

Snelle opmaak

  1. Selecteer een of meer cellen in een bereik, tabel of draaitabelrapport.
  2. Klik op het tabblad Start in de groep Stijlen op de pijl naast Voorwaardelijke opmaak en klik vervolgens opMarkeringsregels voor cellen.

    Voorwaardelijke opmaak

  3. Selecteer de gewenste opdracht, zoals Tussen, Gelijk aan test met of Een datum op.
  4. Voer de waarden in die u wilt gebruiken en kies een opmaak.

TIP : U kunt de methode voor het instellen van een bereik voor velden wijzigen in het waardengebied van een draaitabelrapport met het keuzerondje Opmaakregel toepassen op.

Geavanceerde opmaak

  1. Selecteer een of meer cellen in een bereik, tabel of draaitabelrapport.
  2. Klik op het tabblad Start in de groep Stijlen op de pijl naast Voorwaardelijke opmaak en klik vervolgens op Regels beheren. Het dialoogvenster Regels voor voorwaardelijke opmaak beheren wordt weergegeven.
  3. Voer een van de volgende handelingen uit:
    • Als u voorwaardelijke opmaak wilt toevoegen, klikt u op Nieuwe regel. Het dialoogvenster Nieuwe opmaakregelwordt geopend.
    • Als u een voorwaardelijke opmaak wilt wijzigen, doet u het volgende:
      1. Controleer of het gewenste werkblad, de gewenste tabel of het gewenste draaitabelrapport is geselecteerd in de keuzelijst Opmaakregels weergeven voor.
      2. Wijzig desgewenst het celbereik door te klikken op Dialoogvenster samenvouwen Knopafbeelding.
      3. Selecteer de regel en klik op Regel bewerken. Het dialoogvenster Opmaakregel bewerkenwordt geopend.
  4. U kunt desgewenst het bereik voor velden in het waardengebied van het draaitabelrapport wijzigen onder Regel toepassen op.
    • Selectie:    Klik op Alleen deze cellen.
    • Overeenkomend veld:    Klik op Alle <waardeveld> cellen met dezelfde velden.
    • Waardeveld:    Klik op Alle <waardeveld> cellen met dezelfde velden.
  5. Klik onder Selecteer een type regel op Alleen cellen opmaken met.
  6. Voer een van de volgende handelingen uit onder Bewerk de regelbeschrijving in de keuzelijst Alleen cellen opmaken met:
    • Opmaken op basis van getal, datum of tijd:    Selecteer Celwaarde, selecteer een vergelijkingsoperator en voer vervolgens een getal, datum of tijd in.

      Selecteer bijvoorbeeld Tussen en voer vervolgens 100 en 200 in of selecteer Gelijk aan en voer vervolgens 01-01-09in.

      U kunt ook een formule invoeren die een getal, datum of tijd retourneert.

      • Als u een formule invoert, begint u de formule met het gelijkteken (=).
      • Bij ongeldige formules wordt geen opmaak toegepast.
      • Test de formule om er zeker van te zijn dat de formule geen foutwaarde oplevert.
    • Opmaken op basis van tekst:    Selecteer Bepaalde tekst, kies een vergelijkingsoperator en voer vervolgens tekst in.

      Selecteer bijvoorbeeld Bevat en voer vervolgens Zilver in, of selecteer Begint met en voer vervolgens Tri in.

      Aanhalingstekens worden in de zoekreeks opgenomen en u kunt jokertekens gebruiken. De maximumlengte van een tekenreeks is 255 tekens.

      U kunt ook een formule invoeren die tekst retourneert.

      • Als u een formule invoert, begint u de formule met het gelijkteken (=).
      • Bij ongeldige formules wordt geen opmaak toegepast.
      • Test de formule om er zeker van te zijn dat de formule geen foutwaarde oplevert.
    • Opmaken op basis van datum:    Selecteer Datums op en selecteer een datumvergelijking.

      Selecteer bijvoorbeeld Gisteren of Volgende week.

    • Lege cellen of cellen met waarden opmaken:    Selecteer Lege waarden of Geen lege waarden.

      OPMERKING : Een lege waarde is een cel die geen gegevens bevat en is niet hetzelfde als een cel die een of meer spaties bevat (spaties worden beschouwd als tekst).

    • Cellen met foutwaarden of cellen zonder foutwaarden opmaken:    Selecteer Fouten of Geen fouten.

      Foutwaarden zijn onder andere: #####, #WAARDE!, #DEEL/0!, #NAAM?, #N/B, #VERW!, #GETAL! en #LEEG!.

  7. Klik op Opmaak om een opmaak op te geven. Het dialoogvenster Cellen opmaken wordt weergegeven.
  8. Selecteer een opmaak voor getallen, lettertypen, randen of opvulling die u wilt toepassen als de celwaarde aan de voorwaarde voldoet en klik vervolgens op OK.

    U kunt meer dan één opmaak selecteren. De opmaak die u selecteert wordt in het vak Voorbeeld weergegeven.

 

Alleen waarden met een hoge of lage rangschikking opmaken

U kunt de hoogste en laagste waarden gemakkelijk terugvinden in een cellenbereik dat is gebaseerd op een grenswaarde die u opgeeft. U kunt bijvoorbeeld de vijf best verkopende producten in een regiorapport vinden, de 15% slechtste producten in een klanttevredenheidsonderzoek of de hoogste 25 salarissen op een afdeling.

Snelle opmaak

  1. Selecteer een of meer cellen in een bereik, tabel of draaitabelrapport.
  2. Klik op het tabblad Start in de groep Stijlen op de pijl naast Voorwaardelijke opmaak en klik vervolgens opBovenste/onderste regels.

    Voorwaardelijke opmaak

  3. Selecteer de gewenste opdracht, zoals Bovenste 10 items of Onderste 10 %.
  4. Voer de waarden in die u wilt gebruiken en kies een opmaak.

TIP : U kunt de methode voor het instellen van een bereik voor velden wijzigen in het waardengebied van een draaitabelrapport met het keuzerondje Opmaakregel toepassen op.

Geavanceerde opmaak

  1. Selecteer een of meer cellen in een bereik, tabel of draaitabelrapport.
  2. Klik op het tabblad Start in de groep Stijlen op de pijl naast Voorwaardelijke opmaak en klik vervolgens op Regels beheren. Het dialoogvenster Regels voor voorwaardelijke opmaak beheren wordt weergegeven.
  3. Ga op een van de volgende manieren te werk:
    • Als u voorwaardelijke opmaak wilt toevoegen, klikt u op Nieuwe regel. Het dialoogvenster Nieuwe opmaakregelwordt geopend.
    • Als u een voorwaardelijke opmaak wilt wijzigen, doet u het volgende:
      1. Controleer of het juiste werkblad, de juiste tabel of het juiste draaitabelrapport is geselecteerd in de keuzelijstOpmaakregels weergeven voor.
      2. Wijzig desgewenst het celbereik door te klikken op Dialoogvenster samenvouwen Knopafbeelding.
      3. Selecteer de regel en klik op Regel bewerken. Het dialoogvenster Opmaakregel bewerkenwordt geopend.
  4. U kunt desgewenst het bereik voor velden in het waardengebied van het draaitabelrapport wijzigen onder Regel toepassen op.
    • Selectie:    Klik op Alleen deze cellen.
    • Overeenkomend veld:    Klik op Alle <waardeveld> cellen met dezelfde velden.
    • Waardeveld:    Klik op Alle <waardeveld> cellen met dezelfde velden.
  5. Klik onder Selecteer een type regel op Alleen waarden met de hoogste of laagste rangschikking opmaken.
  6. Selecteer Boven of Onder in de keuzelijst Waarden opmaken met een rangschikking in het onder Bewerk de regelbeschrijving.
  7. Voer een van de volgende handelingen uit:
    • Als u een boven- of onderwaarde wilt opgeven, voert u een getal in en schakelt u het vakje % van het geselecteerde bereik uit. Geldige waarden liggen tussen 1 en 1000.
    • Als u een boven- of onderwaarde in percentages wilt opgeven, voert u een getal in en schakelt u het vakje % van het geselecteerde bereik in. Geldige waarden liggen tussen 1 en 100.
  8. U kunt desgewenst ook de manier wijzigen waarop opmaak wordt toegepast op velden in het waardengebied van een draaitabelrapport waarvan het bereik is ingesteld met een corresponderend veld.

    De voorwaardelijke opmaak is standaard gebaseerd op alle zichtbare waarden. Wanneer u daarentegen niet alle zichtbare waarden gebruikt, maar een bereik instelt via een corresponderend veld, kunt u de voorwaardelijke opmaak toepassen op elk van de volgende combinaties:

    • Een kolom en het bijbehorende bovenliggende rijveld, door elke kolomgroep te selecteren.
    • Een rij en de bijbehorende bovenliggende kolom door elke rijgroep te selecteren.
  9. Klik op Opmaak om een opmaak op te geven. Het dialoogvenster Cellen opmaken wordt weergegeven.
  10. Selecteer een opmaak voor getallen, lettertypen, randen of opvulling die u wilt toepassen als de celwaarde aan de voorwaarde voldoet en klik vervolgens op OK.

    U kunt meer dan één opmaak selecteren. De opmaak die u selecteert wordt in het vak Voorbeeld weergegeven.

 

Alleen waarden opmaken die boven of onder het gemiddelde liggen

U kunt waarden boven of onder een gemiddelde of een standaarddeviatie in een cellenbereik zoeken. U kunt bijvoorbeeld de bovengemiddelde beoordelingen vinden in een beoordelingsrapport of u kunt de producten vinden die onder twee standaarddeviaties in een kwaliteitsbeoordeling vallen.

Snelle opmaak

  1. Selecteer een of meer cellen in een bereik, tabel of draaitabelrapport.
  2. Klik op het tabblad Start in de groep Stijlen op de pijl naast Voorwaardelijke opmaak en klik vervolgens opBovenste/onderste regels.

    Voorwaardelijke opmaak

  3. Selecteer de gewenste opdracht, zoals Boven gemiddelde of Onder gemiddelde.
  4. Voer de waarden in die u wilt gebruiken en kies een opmaak.

TIP : U kunt de methode voor het instellen van een bereik voor velden wijzigen in het waardengebied van een draaitabelrapport met het keuzerondje Opmaakregel toepassen op.

Geavanceerde opmaak

  1. Selecteer een of meer cellen in een bereik, tabel of draaitabelrapport.
  2. Klik op het tabblad Start in de groep Stijlen op de pijl naast Voorwaardelijke opmaak en klik vervolgens op Regels beheren. Het dialoogvenster Regels voor voorwaardelijke opmaak beheren wordt weergegeven.
  3. Ga op een van de volgende manieren te werk:
    • Als u voorwaardelijke opmaak wilt toevoegen, klikt u op Nieuwe regel. Het dialoogvenster Nieuwe opmaakregelwordt geopend.
    • Als u een voorwaardelijke opmaak wilt wijzigen, doet u het volgende:
      1. Controleer of het juiste werkblad, de juiste tabel of het juiste draaitabelrapport is geselecteerd in de keuzelijstOpmaakregels weergeven voor.
      2. Wijzig desgewenst het celbereik door te klikken op Dialoogvenster samenvouwen Knopafbeelding.
      3. Selecteer de regel en klik op Regel bewerken. Het dialoogvenster Opmaakregel bewerkenwordt geopend.
  4. U kunt desgewenst het bereik voor velden in het waardengebied van het draaitabelrapport wijzigen onder Regel toepassen op.
    • Selectie:    Klik op Alleen deze cellen.
    • Overeenkomend veld:    Klik op Alle <waardeveld> cellen met dezelfde velden.
    • Waardeveld:    Klik op Alle <waardeveld> cellen met dezelfde velden.
  5. Klik onder Selecteer een type regel op Alleen waarden met de hoogste of laagste rangschikking opmaken.
  6. Voer een van de volgende handelingen uit onder Bewerk de regelbeschrijving in de keuzelijst Waarden opmaken die:
    • Als u cellen wilt opmaken met waarden die boven of onder het gemiddelde liggen van alle cellen in het bereik, selecteert u Boven of Onder.
    • Als u cellen wilt opmaken met waarden die boven of onder een, twee of drie standaarddeviaties liggen voor alle cellen in het bereik, selecteert u een standaarddeviatie.
  7. U kunt desgewenst ook de manier wijzigen waarop opmaak wordt toegepast op velden in het waardengebied van een draaitabelrapport waarvan het bereik is ingesteld met een corresponderend veld.

    De voorwaardelijke opmaak is standaard gebaseerd op alle zichtbare waarden. Wanneer u daarentegen niet alle zichtbare waarden gebruikt, maar een bereik instelt via een corresponderend veld, kunt u de voorwaardelijke opmaak toepassen op elk van de volgende combinaties:

    • Een kolom en het bijbehorende bovenliggende rijveld, door elke kolomgroep te selecteren.
    • Een rij en de bijbehorende bovenliggende kolom door elke rijgroep te selecteren.
  8. Klik op Opmaak om het dialoogvenster Celeigenschappen te openen.
  9. Selecteer een opmaak voor getallen, lettertypen, randen of opvulling die u wilt toepassen als de celwaarde aan de voorwaarde voldoet en klik vervolgens op OK.

    U kunt meer dan één opmaak selecteren. De opmaak die u selecteert wordt in het vak Voorbeeld weergegeven.

 

Alleen unieke of dubbele waarden opmaken

OPMERKING : U kunt geen voorwaardelijke opmaak toepassen op velden in het waardegebied van een draaitabelrapport op basis van unieke of dubbele waarden.

In dit voorbeeld wordt voorwaardelijke opmaak gebruikt om docenten te vinden in de kolom met docenten die meer dan één cursus geven (dubbele docentnamen zijn roze gemarkeerd). Cijferwaarden die slechts eenmaal voorkomen in de kolom met cijfers zijn groen gemarkeerd.

Waarden in kolom C die niet uniek zijn, zijn rose; unieke waarden in kolom D zijn groen

Snelle opmaak

  1. Selecteer een of meer cellen in een bereik, tabel of draaitabelrapport.
  2. Klik op het tabblad Start in de groep Stijlen op de pijl naast Voorwaardelijke opmaak en klik vervolgens opMarkeringsregels voor cellen.

    Voorwaardelijke opmaak

  3. Selecteer Dubbele waarden.
  4. Voer de waarden in die u wilt gebruiken en kies een opmaak.

Geavanceerde opmaak

  1. Selecteer een of meer cellen in een bereik, tabel of draaitabelrapport.
  2. Klik op het tabblad Start in de groep Stijlen op de pijl naast Voorwaardelijke opmaak en klik vervolgens op Regels beheren. Het dialoogvenster Regels voor voorwaardelijke opmaak beheren wordt weergegeven.
  3. Ga op een van de volgende manieren te werk:
    • Als u voorwaardelijke opmaak wilt toevoegen, klikt u op Nieuwe regel. Het dialoogvenster Nieuwe opmaakregelwordt geopend.
    • Als u voorwaardelijke opmaak wilt wijzigen, doet u het volgende:
      1. Zorg ervoor dat het juiste werkblad of de juiste tabel is geselecteerd in de keuzelijst Opmaakregels weergeven voor.
      2. Wijzig desgewenst het celbereik door te klikken op Dialoogvenster samenvouwen Knopafbeelding.
      3. Selecteer de regel en klik op Regel bewerken. Het dialoogvenster Opmaakregel bewerkenwordt geopend.
  4. Klik onder Selecteer een type regel op Alleen unieke of dubbele waarden opmaken.
  5. Selecteer Unieke of Dubbele in de keuzelijst Alles opmaken onder Bewerk de regelbeschrijving.
  6. Klik op Opmaak om het dialoogvenster Celeigenschappen te openen.
  7. Selecteer een opmaak voor getallen, lettertypen, randen of opvulling die u wilt toepassen als de celwaarde aan de voorwaarde voldoet en klik vervolgens op OK.

    U kunt meer dan één opmaak selecteren. De opmaak die u selecteert wordt in het vak Voorbeeld weergegeven.

Een formule gebruiken om te bepalen welke cellen moeten worden opgemaakt

Als u voorwaardelijke opmaak moet toepassen onder meer complexe voorwaarden, kunt u een logische formule gebruiken om de opmaakcriteria op te geven. U wilt wellicht waarden vergelijken met het resultaat van een functie, of gegevens in cellen evalueren die buiten het geselecteerde bereik liggen, dat zich in een ander werkblad in dezelfde werkmap kan bevinden.

  1. Klik op het tabblad Start in de groep Stijlen op de pijl naast Voorwaardelijke opmaak en klik vervolgens op Regels beheren.

    Voorwaardelijke opmaak

    Het dialoogvenster Regels voor voorwaardelijke opmaak beheren wordt weergegeven.

  2. Ga op een van de volgende manieren te werk:
    • Als u voorwaardelijke opmaak wilt toevoegen, klikt u op Nieuwe regel. Het dialoogvenster Nieuwe opmaakregelwordt geopend.
    • Als u een voorwaardelijke opmaak wilt wijzigen, doet u het volgende:
      1. Controleer of het gewenste werkblad, de gewenste tabel of het gewenste draaitabelrapport is geselecteerd in de keuzelijst Opmaakregels weergeven voor.
      2. Wijzig desgewenst het cellenbereik door te klikken op Dialoogvenster samenvouwen Knopafbeelding.
      3. Selecteer de regel en klik op Regel bewerken. Het dialoogvenster Opmaakregel bewerkenwordt geopend.
  3. U kunt desgewenst het bereik voor velden in het waardengebied van het draaitabelrapport wijzigen onder Regel toepassen op.
    • Selectie:    Klik op Geselecteerde cellen.
    • Overeenkomend veld:    Klik op Alle cellen met <waardeveld> waarden.
    • Waardeveld:    Klik op Alle cellen die <waardeveld> waarden weergeven voor <rij>.
  4. Klik onder Selecteer een type regel op Een formule gebruiken om te bepalen welke cellen worden opgemaakt.
    1. Voer een formule in onder De regelbeschrijving bewerken in de keuzelijst Waarden opmaken waarvoor deze formule geldt.

      De formule moet beginnen met een gelijkteken (=) en moet de logische waarde WAAR (1) of ONWAAR (0) retourneren.

    2. Klik op Opmaak om het dialoogvenster Celeigenschappen te openen.
    3. Selecteer een opmaak voor getallen, lettertypen, randen of opvulling die u wilt toepassen als de celwaarde aan de voorwaarde voldoet en klik op OK.

      U kunt meer dan één opmaak kiezen. De opmaak die u selecteert wordt weergegeven in het vak Voorbeeld.

      Voorbeeld 1: twee typen voorwaardelijke opmaak gebruiken met AND- en OR-tests in de criteria

      In dit voorbeeld worden twee cellen groen opgemaakt door de eerste regel als beide voorwaarden waar zijn. Als het resultaat van die test niet Waar is, worden twee cellen rood opgemaakt door de tweede regel als een van beide voorwaarden Onwaar is.

      De cellen B4 en B5 voldoen aan de voorwaarden, zodat ze groen zijn opgemaakt

      De koper van een huis heeft een budget voor een aanbetaling van maximaal € 75.000 en een hypotheekbedrag van € 1.500 per maand. Als zowel de aanbetaling als de maandelijkse betalingen aan deze voorwaarden voldoen, worden de cellen B4 en B5 groen opgemaakt.

      Als de aanbetaling of de maandelijkse betaling aan het budget van de koper voldoen, worden de cellen B4 en B5 rood opgemaakt. Wijzig bepaalde waarden, zoals het jaarpercentage, het termijn van de lening, de aanbetaling en het aankoopbedrag om te kijken wat er gebeurt met de cellen met voorwaardelijke opmaak.

      Formule voor de eerste regel (past groene kleur toe)
      ==EN(ALS($B$4<=75000,1),ALS(ABS($B$5)<=1500,1))
      Formule voor de twee regel (past rode kleur toe)
      =OF(ALS($B$4>=75000,1),ALS(ABS($B$5)>=1500,1))

       

      Voorbeeld 2: rijen worden om en om gearceerd met de functies REST en RIJ

      Een voorwaardelijke opmaak die wordt toegepast op elke cel in dit werkblad arceert rijen in het cellenbereik om en om met een blauwe celkleur. U kunt alle cellen in een werkblad selecteren door op het vierkantje boven rij 1 en links van kolom A te klikken. De functie REST retourneert een restwaarde nadat een getal (het eerste argument) is gedeeld door een deler (het tweede argument). De functie RIJ retourneert het huidige rijnummer. Wanneer u het huidige rijnummer door 2 deelt, resteert altijd een 0 voor een even getal of een 1 voor een oneven getal. Aangezien 0 ONWAAR is en 1 WAAR, wordt elke oneven rij opgemaakt. De regel maakt gebruik van de volgende formule: =REST(RIJ(),2)=1.

      De rijen zijn om en om blauw gearceerd

      OPMERKING : U kunt celverwijzingen in een formule invoeren door cellen rechtstreeks in een werkblad of andere werkbladen te selecteren. Door het selecteren van cellen in het werkblad worden absolute celverwijzingen ingevoegd. Als u wilt dat Excel de verwijzingen voor elke cel in het geselecteerde bereik aanpast, gebruikt u relatieve celverwijzingen.

 


5 grafieken die u niet dacht te kunnen maken in Excel

Transformeer uw spreadsheetgegevens met slechts een paar klikken in visuele grafieken.

Grafieken kunnen een uitdaging vormen voor niet alleen beginners, maar ook experts in Excel.

Deze infographic legt uit hoe u snel een kaart-, waterval-, trechter-, bellen- of combinatiediagram kunt maken waarmee uw gegevens gemakkelijker te begrijpen zijn.

 

Zoeken naar cellen met voorwaardelijke opmaak

Als er in een werkblad een of meer cellen met voorwaardelijke opmaak voorkomen, kunt u deze cellen snel opsporen, zodat u de voorwaardelijke opmaak kunt kopiëren, wijzigen of verwijderen. U kunt de opdracht Selecteren speciaal gebruiken om alleen cellen met een specifieke voorwaardelijke opmaak of alle cellen met voorwaardelijke opmaak op te sporen.

Zoeken naar alle cellen met voorwaardelijke opmaak

  1. Klik op een willekeurige cel zonder voorwaardelijke opmaak.
  2. Open het tabblad Start, klik in de groep Bewerken op de pijl naast Zoeken selecteren en klik vervolgens opVoorwaardelijke opmaak.

Alleen zoeken naar cellen met dezelfde voorwaardelijke opmaak

  1. Klik op de cel met de voorwaardelijke opmaak die u wilt zoeken.
  2. Open het tabblad Start, klik in de groep Bewerken op de pijl naast Zoeken en selecteren en klik vervolgens op Selecteren speciaal.
  3. Klik op Voorwaardelijke opmaak.
  4. Klik onder Gegevensvalidatie op Zelfde.

 

Voorwaardelijke opmaak wissen

  • Voer een van de volgende handelingen uit:
     
    In een werkblad

    1. Klik op het tabblad Start in de groep Stijlen op de pijl naast Voorwaardelijke opmaak en klik vervolgens op Regels wissen.
    2. Klik op Heel werkblad.
       
      In een cellenbereik, tabel of draaitabel
    3. Selecteer het cellenbereik, de tabel of de draaitabel waarvoor u voorwaardelijke opmaak wilt verwijderen.
    4. Klik op het tabblad Start in de groep Stijlen op de pijl naast Voorwaardelijke opmaak en klik vervolgens op Regels wissen.
    5. Afhankelijk van uw selectie klikt u op Geselecteerde cellen, Deze tabel of Deze draaitabel.

 
 

Deel dit artikel

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Inschrijven voor de nieuwsbrief

Het laatste Microsoft 365 nieuws in jouw mailbox? Schrijf je dan nu in voor onze nieuwsbrief!